Heeft u een verblijfsrecht in een andere EU lidstaat? Wat u moet weten over verblijfsrecht bij een Nederlands kind
donderdag 11 december 2025 Tags: Chavez-Vilchez, Verblijfsrecht in ander EU-land
Ouders van minderjarige kinderen met de Nederlandse nationaliteit hebben in beginsel recht op een afgeleid verblijfsrecht bij een Nederlands kind, wanneer zij daadwerkelijk betrokken zijn bij de zorg en/of opvoeding. Dit volgt uit de bekende uitspraak Chavez-Vilchez van het Europees Hof van Justitie (10 mei 2017). In die uitspraak is bepaald dat het verblijfsrecht van de ouder moet worden erkend als het Nederlandse kind anders het grondgebied van de EU zou moeten verlaten.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vult dit criterium strikt in: wanneer de ouder al in een ander EU-land een verblijfsrecht heeft, zou het gezin volgens de IND in theorie daar kunnen verblijven. Het kindje hoeft immers niet de EU ‘uit’, maar kan met de ouder naar een ander EU-land, zelfs als het daar geen binding mee heeft. In de praktijk betekent dit dat ouders met een verblijfsrecht in een ander EU-land – of het nu een regulier of beschermingsrecht betreft – geen Chavez-verblijfsdocument krijgen. Soms kan men afstand doen van dat verblijfsrecht, maar het is gebleken dat dit - vooral in situaties waarin sprake is van een internationale beschermingsstatus (bijvoorbeeld asielstatus) in een andere EU-lidstaat – vaak buitengewoon lastig is. Voor veel gezinnen leidt dit tot onzekere situaties. In deze blog bespreek ik de laatste juridische ontwikkelingen, met bijzondere aandacht voor de zaak Safi (C-147/24), en wat dit kan betekenen voor ouders die al een verblijfsvergunning hebben in een ander EU-land.
Hoe werkt Chavez-Vilchez wanneer u al EU-verblijfsrecht heeft?
Volgens het huidige Nederlandse beleid wordt de aanvraag voor een verblijfsdocument op basis van Chavez-Vilchez geweigerd als de ouder in een andere EU-lidstaat een verblijfsrecht heeft. De redenering van de IND luidt dat het kind dan niet gedwongen de EU hoeft te verlaten.
In de praktijk betekent dit dat:
- Ouders met een verblijfsrecht in een andere EU-lidstaat meestal geen verblijf wordt toegestaan op grond van Chavez-Vilchez;
- Ouders met een internationale beschermingsstatus (bijvoorbeeld asiel) in een ander EU-land nauwelijks afstand kunnen doen van dat verblijfsrecht — waardoor een verblijfsdocument op grond van Chavez-Vilchez vrijwel onbereikbaar wordt.
Deze benadering is jarenlang onderwerp van kritiek geweest, omdat het ertoe kan leiden dat Nederlandse kinderen feitelijk moeten opgroeien buiten Nederland, zonder reële banden met dat andere land.
Nieuwe juridische ontwikkeling rond verblijfsrecht voor ouders van Unieburger-kinderen: de zaak Safi (C-147/24)
Op 4 september 2025 bracht advocaat-generaal (A-G) T. Ćapeta een interessante conclusie uit in een belangrijke Europese zaak die veel impact kan hebben op gezinnen binnen de Europese Unie: de zaak Safi (C-147/24). Deze zaak draait om de vraag of een ouder uit een niet‑EU‑land, die al een verblijfsrecht in een andere EU‑lidstaat heeft, toch een (afgeleid) verblijfsrecht moet krijgen om in Nederland te mogen verblijven bij een minderjarig kind met de Nederlandse nationaliteit.
Wat houdt de zaak Safi in?
De zaak betreft een minderjarige jongen met de Nederlandse nationaliteit, die nooit buiten Nederland heeft gewoond. Zijn moeder, afkomstig uit een niet-EU-land, vroeg een verblijfsvergunning op basis van Chavez-Vilchez. De Nederlandse autoriteiten weigerden dit en voerden aan dat zij elders in de Europese Unie konden wonen, omdat de moeder daar een verblijfsrecht heeft.
Wat zegt advocaat-generaal Ćapeta?
De A-G komt met een baanbrekende conclusie:
- Een ouder kan wél aanspraak maken op een afgeleid verblijfsrecht als ouder van een Nederlands kind op grond van Chavez-Vilchez, ook wanneer de ouder al een verblijfsrecht heeft in een andere lidstaat.
- Het is niet relevant of het gezin in theorie elders in de EU kan verblijven: het recht om in de eigen lidstaat te blijven is ook beschermd.
- De autoriteiten moeten het belang van het kind en het recht op gezinsleven zwaar wegen in de beoordeling.
Als het Hof van Justitie dit advies volgt, kan dit een fundamentele wijziging betekenen voor het Nederlandse verblijfsbeleid.
Wat betekent dit voor u als ouder met EU-verblijfsrecht?
Wanneer het Hof de conclusie van de advocaat-generaal volgt, dan:
- moet het IND-beleid omtrent Chavez-Vilchez waarschijnlijk worden aangepast;
- kunnen ouders met EU-verblijfsrecht écht kans maken op verblijfsrecht bij hun Nederlandse kind op basis van Chavez-Vilchez.
Dit biedt nieuw perspectief voor ouders die nu nog met afwijzingen worden geconfronteerd.
Alternatieve verblijfsroutes wanneer Chavez (nog) niet mogelijk is
Er zijn meerdere juridische routes die nu al kunnen worden ingezet:
Artikel 8 EVRM (recht op gezinsleven)
Wanneer u als ouder een hechte gezinsband heeft met uw Nederlandse kind, kan een verblijfsvergunning op basis van artikel 8 EVRM worden aangevraagd. Dit biedt ruimte voor een belangenafweging waarbij de situatie van het gezin centraal staat.
Hardheidsclausule (MVV-vrijstelling)
Ook kan de ouder in bepaalde gevallen in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning voor verblijf bij een partner. Is de partner Nederlands of heeft hij of zij zelf een geldige verblijfsvergunning, dan kan onder omstandigheden een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. Daarmee kan worden afgeweken van het strenge MVV‑vereiste, als het naleven van dat vereiste in een concreet geval tot een onbillijkheid van overwegende aard zou leiden. Met andere woorden: als het in de praktijk té hard uitpakt voor het gezin.
Aanpassing van het beleid: nog even afwachten
Het Hof van Justitie doet binnenkort uitspraak in de zaak Safi. Tot die tijd adviseren wij ouders in een vergelijkbare situatie om nu te bekijken of zij mogelijk in aanmerking komen voor:
- een verblijfsvergunning voor verblijf bij een partner, met vrijstelling van het MVV-vereiste, of
- een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM (recht op gezinsleven).
Komt u hier (nog) niet voor in aanmerking, dan is het verstandig om even af te wachten. Als er al een procedure loopt, kunt u vragen de besluitvorming tijdelijk aan te houden totdat er meer duidelijkheid is over de uitspraak in de zaak Safi.
Wilt u weten wat deze ontwikkelingen betekenen voor uw situatie?
Wij volgen alle ontwikkelingen nauwgezet en actualiseren onze informatie op onze website zodra het Hof uitspraak doet.
Heeft u vragen of wilt u juridisch advies? Neem gerust contact op via onze website. Onze migratierecht-advocaten denken graag met u mee.
![]()
Lees ook
- Arbeidsongeschiktheid en het inkomensvereiste – Deel 3 (Bijstandsuitkering / Wsw of indicatie banenafspraak)
- Arbeidsongeschiktheid en het inkomensvereiste – Deel 2 (Wajong en Ziektewet)
- Arbeidsongeschiktheid en het inkomensvereiste – Deel 1 (WAO en WIA)
- De IND is te laat met beslissen – Deel II
- De ‘duurzame en exclusieve relatie’ bij een verblijfsvergunning of MVV-aanvraag
- Is er leven na 'Chavez'?
- Annulment en (de onmogelijkheid van) echtscheiding in de Filipijnen
- De rechten van (voor)kinderen o.b.v. het Chavez Vilchez-arrest
- De IND is te laat met beslissen. Kan ik een ingebrekestelling sturen?
- Voortgezet verblijf na verbreking relatie