De rechten van (voor)kinderen o.b.v. het Chavez Vilchez-arrest

In deze blog leest u meer over de rechten van voorkinderen op basis van het Chavez Vilchez-arrest, en het antwoord op de vraag welk visum aangevraagd moet worden voor voorkinderen. 

Door Wendy Epema

Wat zijn voorkinderen?

In onze praktijk zien wij regelmatig dat de ouder van een Nederlands kind ook kinderen heeft uit een eerdere relatie. Dit noemen wij voorkinderen. Het gaat hier om voorkinderen met een niet-Nederlandse nationaliteit (vaak dezelfde als de nationaliteit van die ouder zelf). Zij zijn dus halfbroertjes- of zusjes van het Nederlandse kind. Wanneer zij als gezin naar Nederland willen reizen gelden verschillende procedures. Zo moet voor de ouder van een Nederlands kind een faciliterend inreisvisum aangevraagd worden. Tegelijkertijd moest tot voor kort voor de andere niet-Nederlandse kinderen een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) aangevraagd worden.

Faciliterend inreisvisum c.q. een MVV

Een faciliterend inreisvisum is een kosteloos visum dat aangevraagd kan worden voor de ouder van een Nederlands kind, die zelf niet een nationaliteit van de Europese Unie of van Zwitserland bezit. Dit wordt ook wel een Schengenvisum (type C) genoemd. Hierbij moet aangetoond worden dat de ouder daadwerkelijk de biologische of juridische ouder is van een Nederlands kind. Dit kan aangetoond worden met bijvoorbeeld een geboorteakte.

Voor kinderen uit een eerdere relatie (of die niet zijn mee-genaturaliseerd), dus de (half)broertjes- of zusjes van het Nederlandse kind, moet een ander soort visum worden aangevraagd. Voor hen moest tot voor kort een machtiging tot voorlopig verblijf worden aangevraagd. Dit is een visum voor mensen van buiten de Europese Unie die langer dan 90 dagen in Nederland willen verblijven. Het probleem hierbij is dat er verschillende termijnen gelden in deze procedures. Ook geldt bij de aanvraag van een MVV een inkomensvereiste. Een faciliterend inreisvisum voor de buitenlandse ouder moet bij de ambassade worden aangevraagd van het land waar de ouder woont (of de dichtstbijzijnde ambassade in een buurland). Dit visum moet (met uitzonderingen daargelaten) binnen 15 werkdagen worden aangegeven. Daarentegen moet de MVV voor het buitenlandse kind bij de IND worden aangevraagd. De IND heeft drie maanden om op deze aanvraag te beslissen. Naast dat er verschillende termijnen gelden, gaat het in de praktijk soms moeizaam om de verleende mvv en het faciliterend inreisvisum tegelijkertijd op te halen bij de ambassade.

Het Chavez-Vilchez arrest

Doordat er verschillende procedures gevolgd moeten worden kunnen de ouders en kinderen vaak niet samen en tegelijkertijd reizen. Dit is echter in strijd met het Chavez Vilchez-arrest. De ouder van een Nederlands kind heeft namelijk recht op een faciliterend inreisvisum in verband met zijn of haar zorg voor het Nederlandse kind. Dit is bepaald door het Europese Hof van Justitie op 10 mei 2017.

Het Nederlandse kind is een EU-burger en moet op grond van het recht van de Europese Unie de mogelijkheid hebben om zijn rechten als burger van de Unie uit te oefenen en dus om binnen de EU op te groeien. Als de ouder van dat kind geen verblijfsrecht krijgt en het kind als gevolg daarvan met de ouder uit de EU moet vertrekken, dan rust er een plicht op Nederland om de ouder alsnog een verblijfsrecht toe te kennen. Meer uitleg over deze uitspraak is te vinden in onze andere blog over verblijf bij een minderjarig Nederlands kind.

Deze uitspraak gaat er in de kern om dat het Nederlandse kind de mogelijkheid moet hebben om in Nederland te verblijven. Hiervoor heeft het kind de ouder nodig, waardoor tevens een recht van verblijf ontstaat voor de ouder. Hiervoor moet de ouder wel aantonen dat hij of zij voldoende zorg- en opvoedtaken verricht. Tegelijkertijd zou een ouder niet hoeven te moeten kiezen tussen zijn of haar kinderen. Dus wanneer het verblijfsrecht aan een van de niet-Nederlandse kinderen wordt ontzegd, betekent dit dat het Nederlandse kind ook niet naar Nederland kan reizen indien beide kinderen afhankelijk zijn van dezelfde ouder.  

Toch een faciliterend inreisvisum voor voorkinderen

Deze situatie speelde recentelijk bij de hoogste bestuursrechter (de Raad van State). Een Marokkaanse vrouw was getrouwd met een Marokkaanse man. In 2010 kregen zij een dochter. Vervolgens is de Marokkaanse vader in 2011 genaturaliseerd en kreeg hij de Nederlandse nationaliteit. Daarna kregen zij nog een dochter en een zoon. Omdat de vader de Nederlandse nationaliteit had, kregen zij deze ook. In 2018 wilden zij als gezin in Nederland vestigen. Op dat moment hadden de vader en de twee jongste kinderen de Nederlandse nationaliteit. Zij konden dus met hun paspoort Nederland inreizen. De moeder en de oudste dochter bezaten enkel de Marokkaanse nationaliteit, en hadden dus een visum nodig om Nederland in te reizen. Aan de moeder werd een faciliterend inreisvisum verstrekt, omdat zij de verzorgende ouder van Nederlandse kinderen is. Voor de oudste zus werd ook een faciliterend inreisvisum aangevraagd, maar deze werd geweigerd omdat het arrest Chavez-Vilchez niet van toepassing zou zijn op broertjes of zusjes. Dit had als gevolg dat het gezin niet naar Nederland kon reizen, omdat zij het oudste kind niet alleen in Marokko konden achterlaten.

De ouders waren het niet eens met deze weigering en zijn naar de rechter gestapt. De bestuursrechter heeft als gevolg hiervan in september 2021 geoordeeld dat het Chavez Vilchez-arrest zich niet beperkt tot de verzorgende ouder van een Nederlands kind. De vraag is of, wanneer het verblijfsrecht wordt ontzegd aan een familielid, dit als gevolg heeft dat het Nederlandse kind geen gebruik kan maken van hun recht op vrij verkeer en verblijf als burger van de Europese Unie. De gehele uitspraak lees je hier.

Door het faciliterend inreisvisum van de oudste dochter te weigeren, konden de andere Nederlandse kinderen ook niet naar Nederland reizen. Hierdoor wordt het recht op vrij verkeer en verblijf van de twee jongste kinderen dus aangetast. Hiermee wordt afbreuk gedaan aan de nuttige werking van artikel 20 van het VWEU (het recht op vrij verblijf). En dat is waar het Chavez-Vilchez arrest in essentie over gaat. Kinderen met de Nederlandse nationaliteit moeten gebruik kunnen maken van hun rechten, waaronder het recht om te verblijven in Nederland. Dat kan betekenen dat ook aan de familieleden een verblijfsrecht moet worden toegekend. In deze uitspraak gaat het over de biologische zus van een Nederlands kind, maar in de praktijk kan dit ook om de halfzus- of broer uit een eerdere relatie van de ouder, dus om voorkinderen.

Conclusie

Voorkinderen die samen met hun ouder en Nederlandse halfzusje of broertje in Nederland willen verblijven, kunnen voortaan een faciliterend inreisvisum aanvragen indien zij afhankelijk zijn van hun ouder. Het voordeel is dat deze procedure kosteloos is, minder lang duurt dan de mvv-procedure en de voorkinderen tegelijkertijd met hun familieleden naar Nederland kunnen reizen.

Eenmaal in Nederland, en dan?

De IND kent aan voorkinderen in Nederland een verblijfsvergunning regulier toe op basis van artikel 8 EVRM. Het verblijfsrecht van het voorkind is gekoppeld aan het verblijfsrecht van de ouder.

Voor dit verblijfsrecht geldt dus de voorwaarde dat het voorkind dermate afhankelijk is van de ouder, dat het Nederlandse kind niet in Nederland kan verblijven zonder dat de ouder en daarmee ook het voorkind in Nederland mag verblijven.

Recentelijk hebben wij hierover geprocedeerd tegen tegen de IND bij de rechtbank. De rechtbank heeft ons in het gelijk gesteld. De uitspraak vindt u hier. Deze zaak betrof een Surinaamse vrouw met drie kinderen. De jongste twee kinderen waren 10 en 2 jaar oud en waren in bezit van de Nederlandse nationaliteit.  Haar oudste kind, een zoon, was 11 jaar oud. Mevrouw was samen met haar twee Nederlandse kinderen naar Nederland gereisd om daar te wonen. Haar oudste zoon kon echter niet mee, doordat zijn visum was geweigerd. Als noodoplossing bleef hij tijdelijk bij zijn oma, een vriendin van zijn moeder en later in een tehuis. Hij leed erg door het gemis van zijn moeder. De aanvraag voor een verblijfsrecht op basis van het Chavez-arrest werd vervolgens geweigerd omdat zijn moeder geen inkomen had. Hier zijn wij tegen in beroep gegaan bij de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat het Chavez-Vilchez arrest van toepassing is, omdat het weigeren van een verblijfsrecht aan de Surinaamse zoon betekent dat ook de Nederlandse kinderen niet in Nederland kunnen verblijven. Zoals hiervoor is uitgelegd mag van een ouder niet worden verwacht dat een ouder kiest tussen zijn of haar kinderen. De IND mag de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor een kind dat afhankelijke Nederlandse (half)broertjes of -zusjes heeft daarom niet zomaar afwijzen omdat niet aan het inkomensvereiste is voldaan.

Rechtsbijstand

Delissen Martens Advocaten verleent rechtsbijstand bij het aanvragen van een faciliterend inreisvisum en de aanvraag van een verblijfsvergunning van voorkinderen die zich in Nederland willen vestigen.

U kunt vrijblijvend contact opnemen via +31 70 311 54 11 of epema@delissenmartens.nl.

Terug naar overzicht