Informatie over de België-route of EU-route

Met de strenger wordende immigratieregels in de Nederlandse wetten, kijken veel mensen over de grens om gezinshereniging uit het buitenland mogelijk te maken.

De België-route of EU-route is voor veel mensen de enige resterende optie, waar de mogelijkheden tot gezinshereniging binnen Nederland zijn uitgeput. Dit is meestal het geval wanneer de hoofdpersoon in Nederland blijvend niet in staat is om aan de inkomenseisen te voldoen. Ook als de buitenlandse partner of echtgenoot niet in staat is om te slagen voor het basisexamen, kan de België- of EU-route uitkomst bieden. Dit geldt ook voor buitenlandse partners die zijn veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit en om die reden niet in aanmerking komen voor een MVV.

LET OP:

Wij ontvangen zeer veel verzoeken om advies over de EU-route.

Indien u zich wenst te oriënteren op vestiging in Duitsland of België, dan doet u er goed aan om contact op te nemen met een advocaat in dat land. 

Wij begeleiden mensen voornamelijk met de vestiging in Nederland ná het verkrijgen van een verblijfsvergunning in het andere EU-land.

Over de mogelijkheden tot vestiging in België of Duitsland en het verkrijgen van een visum voor België, Duitsland of andere landen dan Nederland kunnen wij u niet adviseren.

Overigens vindt u ook veel actuele informatie over deze materie op het forum van www.buitenlandsepartner.nl

Wel kunnen wij de volgende tips meegeven:

  1. Laat zo min mogelijk zaken in Nederland in stand. Schrijf u zo mogelijk uit bij de gemeente. Doet u dat niet, dan kan de IND makkelijker oordelen dat uw gezamenlijke, onafgebroken hoofdverblijf in het andere EU-land voor een periode van minstens drie maanden onvoldoende is aangetoond
  2. Verzamel zo veel mogelijk bewijsstukken van uw gezamenlijke verblijf in het andere EU-land. De IND verwacht dat u ook in dat land (bijvoorbeeld) naar de dokter en/of de tandarts gaat.
  3. Veel Nederlanders willen zo kort mogelijk in het andere EU-land wonen.
    Hoewel 3 maanden het minimum is, komt het verblijf in België vaak wel uit op minstens 6 maanden. Zo lang duurt het namelijk om voor uw partner een zogenaamde F-kaart te bemachtigen.
    In Duitsland duurt het als gevolg van COVID-19 ook ongeveer zo lang.

 

WAT IS DE BELGIË-ROUTE (OOK WEL: EU-ROUTE)?

De België-route is een legale methode om de Nederlandse regels op het gebied van gezinshereniging te omzeilen door enige tijd samen met de echtgenoot, echtgenote, partner (aantoonbaar duurzame relatie) of geregistreerd partner in België te wonen. Een minder bekende en nieuwere naam voor België-route is ‘EU-route’ omdat de België-route zich niet beperkt tot alleen België maar de hele EU.

Omdat de tegenwerking en bureaucratie in België steeds groter wordt, is de Duitsland-route in opmars, waar de procedures en formaliteiten momenteel veel minder zijn.

De basis van de EU-route is gelegen in het recht op vrij verkeer en vestiging van gemeenschapsonderdanen binnen het EU-grondgebied. Dit recht is neergelegd in de EU-Richtlijn 2004/38/EG. Om effectief gebruik te kunnen maken van dit recht, strekt het recht van vrij verkeer en vestiging binnen de EU zich ook uit tot bepaalde familieleden (waaronder een echtgenoot) en partners, ongeacht hun nationaliteit.

Zo is het voor een Belg of Duitser die zich in Nederland heeft gevestigd mogelijk om op vrij eenvoudige wijze een buitenlandse (huwelijks)partner naar Nederland te laten komen. De belangrijkste voorwaarde is dat de gemeenschapsonderdaan over voldoende bestaansmiddelen beschikt. Dit kan bestaan uit een toereikend banksaldo, een salaris of andere inkomsten. De hoogte van het inkomen moet voldoende zijn om geen beroep te hoeven doen op de bijstand.

Het Nederlandse immigratiebeleid kent veel strengere voorwaarden voor wat betreft het inkomen van de hoofdpersoon en inburgering in het buitenland. Een Nederlander die een buitenlandse (huwelijks)partner naar Nederland wil laten komen heeft te maken met deze strenge voorwaarden. Lukt het niet om aan deze voorwaarden te voldoen, dan kan deze Nederlander zich in een ander EU-land vestigen. Dat land zal onder de gunstige voorwaarden van het EU-recht een Europese verblijfskaart aan de partner van de Nederlander moeten afgeven.

Na een bepaalde periode van verblijf in het andere EU-land, kan de Nederlander samen met de buitenlandse (huwelijks)partner terugkeren naar Nederland. De (huwelijks)partner mag dan ook op basis van het EU-recht in Nederland verblijven.

VOOR WIE IS DE BELGIË- OF EU-ROUTE?

Deze route wordt met name gebruikt door Nederlanders die er niet in slagen om hun partner via de reguliere MVV-procedure naar Nederland te laten komen, bijvoorbeeld omdat de hoofdpersoon niet aan de inkomenseisen kan voldoen (geen vast inkomen) of omdat de partner niet in staat is om het basisexamen inburgering in het buitenland met goed gevolg af te leggen. Ook kan via de België- of EU-route verblijf worden gerealiseerd van een partner die een strafblad heeft of wiens verblijfsvergunning is ingetrokken, bijvoorbeeld vanwege fraude of het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens.

Daarnaast maakt het EU-recht gezinshereniging mogelijk met andere gezinsleden dan alleen een (huwelijks)partner, waaronder kinderen tot 21 jaar (volgens het Nederlandse immigratiebeleid is dit mogelijk tot 18 jaar), en (groot)ouders (mits zij financieel afhankelijk zijn) van de gemeenschapsonderdaan of de (huwelijks)partner.

Echtgenoten, geregistreerd partners en ongehuwd samenwonenden

Onder het EU-recht hebben echtgenoten en geregistreerd partners een gelijk recht op verblijf bij de gemeenschapsonderdaan in het andere EU-land.

Voor ongehuwd samenwonenden ligt dit iets anders. Volgens de EU-regels moeten de lidstaten het recht op verblijf van een ongehuwde partner in hun eigen nationale wetgeving vergemakkelijken. De enige eis die het EU-recht stelt is dat sprake is van een ‘deugdelijk bewezen duurzame relatie’. Onder welke omstandigheden dit het geval is, verschilt per EU-land. Zo is in Nederland bijvoorbeeld sprake van een deugdelijk bewezen duurzame relatie wanneer de gemeenschapsonderdaan en de partner aantoonbaar voor minstens 6 maanden hebben samengewoond of wanneer zij samen een kind hebben.

Dubbele nationaliteit

Heeft een Nederlander naast de Nederlandse nationaliteit nog een nationaliteit van een ander EU-land, dan kan de Nederlander ook rechtstreeks gebruik maken van het gunstige EU-recht voor gezinshereniging met de (huwelijks)partner in Nederland. Wel moet er door de Nederlander gebruik zijn gemaakt van het recht op vrij verkeer en vestiging binnen de EU.

Is de Nederlander in Nederland geboren met een dubbele nationaliteit en heeft hij nooit in een ander EU-land gewoond, dan kan hij zich niet rechtstreeks op het EU-recht beroepen. In dat geval kan nog wel de België- of EU-route worden doorlopen.

HOE WERKT DE PROCEDURE?

Een Nederlander die zich in een ander EU-land vestigt, heeft het recht om zijn (huwelijks)partner naar dat land mee te nemen. Het is hierbij niet noodzakelijk dat de (huwelijks)partner over een geldig visum beschikt. Als de (huwelijks)partner nog buiten de EU-verblijft, is het mogelijk om een inreisvisum aan te vragen via de ‘kosteloze en versnelde visumprocedure voor familieleden van burgers van de Unie’. Het visum wordt aangevraagd bij de ambassade van het EU-land waar de Nederlander zich heeft gevestigd.

In sommige EU-landen moet de Nederlander zich aanmelden of inschrijven bij de immigratiedienst. Voor de (huwelijks)partner moet een EU-verblijfskaart worden aangevraagd. De belangrijkste voorwaarden zijn dat er over voldoende middelen van bestaan en een geldige ziektekostenverzekering wordt beschikt. Het kan tot zes maanden duren voordat de verblijfskaart wordt afgegeven. Deze verblijfskaart kan bestaan in de vorm van een pasje of een sticker in het paspoort.

Na een bepaalde periode van verblijf van de Nederlander en de (huwelijks)partner in het andere EU-land kan de beslissing worden genomen om naar Nederland te verhuizen. De EU-regels bepalen niet hoe lang de periode van verblijf in het andere EU-land zou moeten zijn. De Nederlandse regelgeving eist een aantoonbaar verblijf van minimaal drie maanden in het andere EU-land.

De aanvraag die wordt ingediend is een ‘aanvraag om toetsing aan het EU-recht (bewijs van rechtmatig verblijf)’. 
Nederlanders die gebruik hebben gemaakt van de België- of EU-route moeten volgens het formulier de volgende bewijsstukken en documenten overleggen:

  • een document waaruit de familierechtelijke relatie met uw verblijfgever blijkt;
  • een kopie van uw EU-verblijfsdocument en dat van uw Nederlandse verblijfgever (of een bewijs van rechtmatig verblijf van uw verblijfgever - indien van toepassing) afgegeven door die andere lidstaat of Zwitserland;
  • een bewijs van inschrijving in de woonplaats in de andere lidstaat;
  • andere bewijsstukken waaruit blijkt dat u met uw verblijfgever op grond van het EU-recht daadwerkelijk in een andere lidstaat heeft verbleven (bijvoorbeeld een huurovereenkomst, bankafschriften waaruit het daadwerkelijk verblijf van uzelf en uw Nederlandse verblijfgever in de andere lidstaat blijkt alsmede post ontvangen op het het verblijfsadres in de andere lidstaat).

Het is daarnaast aan te raden om een bewijs van een ziektekostenverzekering uit het andere EU-land te overleggen bij de aanvraag.


HOE WORDT EEN AANVRAAG OM TOETSING AAN HET EU-RECHT BEOORDEELD?

Drie maanden aantoonbaar hoofdverblijf

De IND onderzoekt of de Nederlander en de buitenlandse (huwelijks)partner voor minstens drie maanden aantoonbaar samen in het andere EU-land hun hoofdverblijf hebben gehad.

Veel Nederlanders die de België- of EU-route hebben doorlopen stuiten op problemen bij de eisen die worden gesteld aan het hoofdverblijf in het andere EU-land.

Het komt namelijk geregeld voor dat de Nederlander tijdens het verblijf in het andere EU-land zijn inschrijving op een Nederlands adres heeft aangehouden. Ook kan het zijn dat de Nederlander in Nederland werkt, maar woont in België of een ander EU-land. In een dergelijke situatie moet wel worden onderbouwd hoe dit zich met elkaar verhoudt. Zo zijn er situaties bekend waarin de Nederlander alleen in het weekeinde bij zijn partner in het andere EU-land verbleef. Dit is volgens de rechter onvoldoende.

Het is daarom aan te raden om tijdens het verblijf in het andere EU-land alle bewijsstukken te bewaren en mee terug te nemen naar Nederland. Hierbij kan gedacht worden aan brieven, huurovereenkomsten, rekeningen, bankafschriften, bonnetjes, bewijs van eventueel bezoek aan de dokter, vervoersbewijzen of tankbonnen (bij grensoverschrijdend woon-werkverkeer). Ook de correspondentie over het verblijfsrecht en de EU-verblijfskaart van de partner mogen niet ontbreken.

Inkomen

Bij een aanvraag om toetsing aan het EU-recht na het doorlopen van de België- of EU-route is in beginsel niet relevant wat de inkomenssituatie in Nederland is.

NA AFGIFTE VAN DE EU-VERBLIJFSKAART IN NEDERLAND

Wanneer de aanvraag om toetsing aan het EU-recht is ingewilligd, wordt een verblijfskaart voor 5 jaar afgegeven.

Een bijkomend voordeel van deze verblijfskaart is dat de buitenlandse partner niet verplicht hoeft in te burgeren. Een inburgeringsdiploma is wel nodig om bijvoorbeeld de Nederlandse nationaliteit te kunnen verkrijgen.

BELGIË-ROUTE IN DE MEDIA 

Advocaat Jeroen Maas spreekt in het programma EenVandaag over de problemen van Nederlanders die de België-route willen doorlopen


Beluister hier de discussie over de België-route op Radio Een Vandaag.

Terug naar overzicht