Nieuwe versoepeling MVV-vereiste

Op 21 december 2022 is het beleid inzake gezinshereniging versoepeld. Het gaat in het bijzonder om het MVV-vereiste. Op grond van dit vereiste moet een vreemdeling die een ‘reguliere’ verblijfsvergunning aanvraagt eerst in het bezit zijn van een geldige  ‘machtiging tot voorlopig verblijf’ (MVV). De beslissing op de aanvraag om een MVV moet buiten Nederland worden afgewacht.

De strikte toepassing van het vereiste om voor toelating te moeten beschikken over een machtiging tot voorlopig verblijf (een MVV) in gezinsmigratiezaken, leidt soms tot situaties waarin de gevolgen onevenredig hard zijn voor de vreemdeling. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft daarom besloten het beleid op bepaalde onderdelen te versoepelen.

Hardheidsclausule

Eén van die onderdelen is de zogenaamde ‘hardheidsclausule’. Deze geeft de IND de bevoegdheid om in individuele gevallen een aanvraag om een verblijfsvergunning niet af te wijzen wegens het ontbreken van een geldige MVV, indien dit leidt tot een ‘onbillijkheid van overwegende aard’.

Volgens het nieuwe beleid gaat de IND de hardheidsclausule in ieder geval toepassen als aan alle voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’ wordt voldaan, afgezien van het MVV-vereiste, EN de vreemdeling:

  • het biologische of juridische minderjarige kind is van de referent, dat feitelijk behoort en al in het land van herkomst feitelijk behoorde tot het gezin van die referent en dat onder het rechtmatige gezag van de referent staat;
  • de biologische of juridische ouder is van een hier te lande verblijvend minderjarig kind dat Nederlander is dan wel rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw;
  • de biologische of juridische ouder is van een minderjarig kind voor wie een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’ is ingediend; OF
  • aannemelijk heeft gemaakt dat van hem niet verwacht kan worden dat hij naar het land van herkomst of bestendig verblijf reist vanwege een ernstige ziekte of handicap van de referent. Bij de beoordeling hiervan wordt de vreemdeling in ieder geval gevraagd nader toe te lichten:
    • waarom van hem niet verwacht kan worden dat hij vanwege een ernstige ziekte of handicap van de referent reist naar het land van herkomst of bestendig verblijf;
    • op welke wijze hij de referent ondersteunt; EN
    • waarom deze ondersteuning niet door derden kan worden verleend, bijvoorbeeld door een familielid of medewerker van professionele (thuis)zorg.

Associatierecht EEG-Turkije

Voor vreemdelingen met de Turkse nationaliteit kan ook een uitzondering gelden op het MVV-vereiste. Dit vanwege de in de jaren ’70 gemaakte afspraken tussen de EEG en Turkije. Deze afspraken vallen onder het zogenaamde ‘Associatierecht EEG-Turkije’.

De IND heeft ten aanzien van Turkse onderdanen het volgende beleid vastgesteld:

Ten aanzien van de vrijstelling van het MVV-vereiste vanwege het Associatierecht EEG-Turkije neemt de IND aan dat uitzetting in strijd is met het Associatierecht als de vreemdeling voldoet aan ALLE volgende voorwaarden:

  • de vreemdeling of de hoofdpersoon valt onder het toepassingsbereik van Besluit 1/80 of het Aanvullend Protocol;
  • de vreemdeling heeft een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd zonder MVV ingediend;
  • de vreemdeling voldoet aan alle overige geldende voorwaarden voor het verlenen van de verblijfsvergunning; en
  • er is sprake van bijzondere, individuele omstandigheden die tot de conclusie leiden dat het stellen van het MVV-vereiste onevenredig is. Deze bijzondere, individuele omstandigheden moeten het uitoefenen van het vrij verkeer van werknemers of de vrijheid van vestiging belemmeren. Hiervan kan sprake zijn als bij een aanvraag om verblijf als gezinslid bij een Turkse hoofdpersoon die tot de legale Nederlandse arbeidsmarkt behoort, die Turkse hoofdpersoon door de bijzondere, individuele omstandigheden genoodzaakt wordt om te kiezen tussen het uitoefenen van de economische activiteit in Nederland en het gezinsleven in Turkije. Van dergelijke belemmeringen van het uitoefenen van het vrij verkeer van werknemers of de vrijheid van vestiging in Nederland is in ieder geval geen sprake als de bijzondere, individuele omstandigheden zien op de:
    • politieke, economische of sociale situatie in Turkije;
    • persoonlijke omstandigheden in Turkije; of
    • (voortzetting van) illegale arbeid in Nederland.

Medische noodsituatie

Een laatste versoepeling van het MVV-vereiste ziet op medische omstandigheden.

Een vrijstelling van het MVV-vereiste wordt verleend indien:

  • het voor de vreemdeling, gelet op zijn gezondheidssituatie, niet verantwoord is om te reizen of
  • er binnen drie maanden bij het uitblijven van behandeling een medische noodsituatie zal ontstaan.

Achtergrond versoepeling

Al voor 21 december 2022 bevatte artikel 3.71, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit een hardheidsclausule. Deze hardheidsclausule geeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst de mogelijkheid om een vreemdeling vrijstelling te verlenen van de MVV-plicht indien sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard. Van deze mogelijkheid maakte de IND echter terughoudend gebruik.

Naar aanleiding van de bevindingen van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en signalen van knelpunten die naar voren kwamen uit de bundel ‘Ongehoord. Onrecht in het vreemdelingenrecht’ van de Specialisten Vereniging Migratierecht Advocaten en de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland, is binnen het migratiedomein kritisch gekeken naar de menselijke maat en individuele belangen.

Dit heeft tot een gewijzigd inzicht geleid in de weging van individuele belangen. Daarom is besloten om de toepassing van de hardheidsclausule in bepaalde gevallen te verruimen.

Terug naar overzicht