Versoepeling inkomensvoorwaarden voor gezinshereniging

In een brief van 23 februari 2017 heeft Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer een versoepeling van het inkomensbeleid voor gezinshereniging aangekondigd. 

Het nieuwe beleid is op 23 maart 2017 bekendgemaakt en werkt terug tot en met 21 september 2016. Dit beleid wordt dus toegepast op alle vanaf die datum lopende en nog in te dienen aanvragen om toelating en verblijf in het kader van gezinshereniging.

De nieuwe beleidsregel heeft betrekking op het vereiste dat het inkomen van de referent duurzaam moet zijn. In het voorheen geldende beleid werden inkomsten uit arbeid in loondienst alleen als duurzaam aangemerkt indien deze op de datum waarop de aanvraag werd ontvangen nog minimaal één jaar beschikbaar waren of “indien op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven gedurende een aaneengesloten periode van drie jaren jaarlijks voldoende middelen van bestaan uit arbeid in loondienst zijn verworven en de middelen van bestaan nog beschikbaar zijn".

Hier is nu een nieuwe bepaling aan toegevoegd. Volgens het nieuwe beleid zijn inkomsten uit arbeid in loondienst eveneens duurzaam "indien op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven een aaneengesloten periode van een jaar voldoende middelen van bestaan uit arbeid in loondienst zijn verworven en de middelen van bestaan nog zes maanden beschikbaar zijn".

De nieuwe regel komt erop neer dat de referent ook voor een buitenlandse partner of gezinslid garant kan staan met gegarandeerde inkomsten uit arbeid in loondienst voor nog 6 maanden te rekenen vanaf de aanvraagdatum en een inkomen uit arbeid in loondienst gedurende het jaar voorafgaand aan de aanvraag. Wel moeten de inkomsten steeds voldoende zijn (geweest), dus minimaal gelijk aan het bruto wettelijk minimumloon.

Het nieuwe beleid werd al enige tijd verwacht. Dit in verband met de diverse rechterlijke uitspraken over de te strenge inkomenstoets door de IND in het kader van gezinshereniging. Toch is het beleid teleurstellend te noemen omdat hiermee onvoldoende recht wordt gedaan aan de veranderingen van de laatste jarren binnen de Nederlandse arbeidsmarkt. Zo zijn steeds meer mensen werkzaam als ZZP'er of freelancer. Voor hen verandert er in het nieuwe beleid niet. Hun inkomsten uit onderneming worden pas als duurzaam aangemerkt indien met de onderneming voor minstens anderhalf jaar voorafgaand aan de aanvraag om gezinshereniging voldoende inkomen is verdiend..

Ook zegt het nieuwe beleid niets over het hebben van verschillende inkomstenbronnen. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat referenten verschillende inkomens- en vermogensbestanddelen hebben en daarmee over ruim voldoende financiëlwe middelen beschikken en desondanks niet voldoen aan de inkomensvoorwaarden voor gezinshereniging. 

Wel interessant is nog te vermelden dat de staatssecretaris in zijn brief van 23 februari 2017 aan de Tweede Kamer is ingegaan op de situatie van Nederlandse expats die met hun buitenlandse gezinsleden willen terugkeren naar Nederland. Door de strenge voorwaarden voor gezinshereniging is het voor hen vaak niet mogelijk om in één keer met het hele gezin naar Nederland te komen.

De Nederlandse hoofdpersoon moet namelijk in veel gevallen eerst in Nederland op zoek naar een baan met een jaarcontract. De buitenlandse partner moet vóór de komst naar Nederland slagen voor het basisexamen inburgering. Hierdoor worden gezinnen soms voor langere tijd van elkaar gescheiden.

In zijn brief schrijft de staatssecretaris: "De positie van een Nederlandse expat die er niet in is geslaagd een arbeidsovereenkomst te verwerven van ten minste een jaar, zal aan de hand van individuele omstandigheden moeten worden beoordeeld. Het is mogelijk maatwerk te leveren en rekening te houden met de situatie waarin een Nederlandse expat zich bevindt. Kennelijk is de Nederlandse expat niet goed op de hoogte van deze mogelijkheid. Om die reden zal gerichtere voorlichting worden gegeven.".

Het is positief te noemen dat er volgens de staatssecretaris 'maatwerk' mogelijk is voor de beoordeling van het inkomen van Nederlandse expats die met hun buitenlandse partners naar Nederland willen terugkeren. De staatssecretaris lijkt te suggereren dat deze mogelijkheid altijd al bestond. In de praktijk blijkt echter niet dat de IND zich hiervan bewust is. Voor de terugkerende Nederlandse expats is het dus zaak om bij een eventuele aanvraag om gezinshereniging te wijzen op het standpunt van de staatssecretaris hierover.

[UPDATE 14-06-2017]: In een recente aanvraag van een teruggekeerd Nederlands gezin heeft de IND laten zien dat er inderdaad maatwerk kan worden geleverd als het gaat om de beoordeling van het inkomen van de referent. In de beslissing tot afgifte van de MVV werd door de IND overwogen:

"Hierbij wordt opgemerkt dat op grond van het beleid niet aan het gestelde middelenvereiste wordt voldaan. Dit omdat het huidige dienstverband van referent niet voldoet aan het duurzaamheidsvereiste. Tevens komen u en referent op basis van het beleid niet in aanmerking voor een vrijstelling van dit middelenvereiste.

Desondanks bestaat er, gezien uw concrete individuele omstandigheden, voldoende aanleiding om in uw geval te spreken van een duurzaam inkomen. Hierbij is met name in aanmerking genomen dat uw gezin jarenlang in het buitenland heeft verbleven, uw gezin zich (recent) weer heeft gevestigd in Nederland en referent actief heeft gesolliciteerd, met als resultaat een dienstverband voor zes maanden waarmee zij voldoende inkomen ontvangt. Daarnaast is gebleken dat referent de beschikking heeft over een dermate groot vermogen dat een beroep op de bijstand niet aan de orde is.".

Ten aanzien van teruggekeerde Nederlanders kan de IND dus afwijken van het beleid, maar de omstandigheden die dat rechtvaardigen moeten wel door de Nederlandse referent worden aangekaart en onderbouwd.

Terug naar overzicht