De IND beschouwt inkomsten uit arbeid in loondienst alleen als duurzaam, wanneer deze inkomsten tot op zekere hoogte zijn gegarandeerd. Vaak gebruiken werkgevers een 'intentieverklaring', waaruit blijkt dat het dienstverband met de werknemer bij gelijkblijvend functioneren zal worden verlengd. Aan een intentieverklaring kunnen in de praktijk echter nauwelijks rechten worden ontleend. De IND vindt een (standaard) intentieverklaring dan ook niet voldoende om het inkomen als 'duurzaam' te beschouwen.

De IND eist in dat verband een officiële verlenging van het dienstverband, in de vorm van een nieuwe arbeidsovereenkomst of een verlengingsbrief. Ook een onvoorwaardelijke toezegging door de werkgever wordt door de IND geaccepteerd.

In de IND Werkinstructie 2021/7 is hierover het volgende bepaald:

Een toezegging van een werkgever dat een contract na afloop verlengd zal worden heeft rechtsgevolg. Het nieuwe contract bestaat weliswaar nog niet maar de toezegging valt juridisch te kwalificeren als een onherroepelijk aanbod om een overeenkomst voort te zetten. Degene die dit aanbod doet, zal het ook moeten nakomen en wanneer dit niet
het geval is, kan het worden afgedwongen.

Dit betekent dat een schriftelijke toezegging van de werkgever kan worden aangemerkt als een verlenging van het huidige arbeidscontract, mits er geen voorbehoud wordt gemaakt. Wanneer wel een voorbehoud wordt gemaakt, kan worden gesteld dat sprake is van een onzekere toekomstige gebeurtenis. Dit geldt niet voor algemene voorbehouden met betrekking tot bijvoorbeeld het failliet gaan van de werkgever. Bij twijfel over de echtheid van de door de hoofdpersoon overgelegde brief kan (telefonisch) contact worden opgenomen met de werkgever om de toezegging te controleren.

Let op! Een toezegging is niet hetzelfde als een intentieverklaring. Een intentieverklaring van de werkgever om het contract te verlengen of om te zetten naar onbepaalde tijd wordt aangemerkt als een onzekere toekomstige gebeurtenis. Een intentieverklaring is - het woord “intentie” zegt het eigenlijk al – geen harde toezegging en daarmee juridisch niet volledig bindend. Het niet verlengen van het contract kan bijvoorbeeld gerechtvaardigd worden met een beroep op bedrijfsorganisatorische of –economische omstandigheden.