In Hoofdstuk B1/3.3.4 van de Vreemdelingencirculaire is de volgende bepaling opgenomen:

De vreemdeling moet binnen:

a.

drie maanden na de kennisgeving op de mvv-aanvraag in persoon verschijnen bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in zijn land van herkomst of bestendig verblijf voor de vaststelling van zijn identiteit en afgifte van de mvv; en

b.

90 dagen vanaf de datum van de afgifte van de mvv Nederland inreizen.

De vreemdeling of diens referent moet een nieuwe mvv-aanvraag indienen als:

de vreemdeling later dan drie maanden na de dagtekening van de kennisgeving aan de referent in persoon verschijnt bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging om zijn mvv af te halen;

de vreemdeling later dan 90 dagen na datum van afgifte van de mvv Nederland inreist (niet binnen de geldigheidsduur van de afgegeven mvv); of

de vreemdeling na indiening van de mvv-aanvraag maar voor afgifte van de verblijfsvergunning zijn verblijfsdoel wil wijzigen.

Indien zich na de kennisgeving feiten en omstandigheden voordoen die aanleiding kunnen geven tot intrekking van de kennisgeving, legt de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging deze voor aan de IND. De IND beziet de kennisgeving op de intrekking daarvan en in geval van intrekking van de kennisgeving wordt de aanvraag gelijktijdig afgewezen.